Over

De oudste publicatie over het bestaan van de Wijhese kermis zijn in de Deventer Almanak van 1679 te vinden, maar ongetwijfeld hebben er voor die tijd al festiviteiten plaatsgevonden. Ook toen al werd begin september de kermis gevierd.

Via de nog bewaard gebleven edities van het weekblad “de Wijhenaar” is vanaf 1895 een beeld te vormen, hoe de kermis er in de eerste helft van de twintigste eeuw moet hebben uitgezien. De kermis-vermakelijkheden stonden naast de NH-kerk en in de Langstraat opgesteld. Beperkt in omvang, want er was simpelweg geen ruimte om grote attracties te plaatsen. In 1874 stond de draaimolen/caroussel van de familie Gigengack uit Hengelo voor het eerst in Wijhe en heeft meer dan 100 jaar het kermisbeeld van Wijhe bepaald. Naast de draaimolen waren het voornamelijk de speelgoed-, snoep- en koekkramen die voor het vertier moesten zorgen. De verschillende Wijhese cafés waren echter de grootste publiektrekkers en deden goede zaken.

Nadat het Marktplein van bestrating was voorzien, konden de grotere attracties hun opwachting maken, zoals de cake-walk, luchtschommels en stoomcaroussels. Deze attracties kwamen niet alleen met paardentransport naar Wijhe, maar ook per trein en zelfs per schip, zoals de cake-walk van Timmer uit Groningen. De Wiejese Kärmse was destijds een begrip in de regio.

Men had het in die tijd niet al te breed, dus moest er voor de kermis gespaard worden, vaak werd hiervoor een varken of geit verkocht. Zo hielden veel gezinnen zich in de dertiger jaren bezig met het afhalen van bonen voor de conservenfabrieken, niet alleen om door de crisisjaren te komen, maar ook wat extra’s opzij te kunnen leggen voor de kermis. De kermis was in die dagen het hoogtepunt van het jaar, de eerste kermiswagens werden buiten Wijhe opgewacht en onder begeleiding van de jeugd ging het vervolgens naar het Marktplein. Woensdagmiddag werd de kermis geopend en donderdag was de echte kermisdag. Alle schoolkinderen hadden vrij en de boerenbevolking uit de omgeving trok massaal naar het dorp om over de markt te slenteren, waar ook goud en zilverkramen stonden.

1949
Voor een paar dubbeltjes had de jeugd uren plezier. Een ritje in de draaimolen kostte toen 3 cent of een cent voor een “stiekeballe” bij Dikke Ko of grabbelen voor 1 cent. Op vrijdagavond, de laatste kermisavond, repte iedereen zich tegen 12 uur naar het Marktplein om traditiegetrouw de “laatste rit” in de draaimolen van Gigengack mee te maken. Drie dagen kermis was dan weer voorbij, met veel vertier in de plaatselijke dranklokalen waar ook menig artiest optrad. Teunis Juttenkamp deed het hele jaar PR voor de kermis, omdat hij met een opgezette krokodil of als verhalenverteller in de regio de scholen afging.

Het was ook menig jaar traditie om na de kermis op vrijdag na “de optocht van Jan Krediet” een aantal lege portemonnees plechtig in de Ijssel te laten verdwijnen. Vanzelfsprekend werd tijdens de tocht een flink aantal horecabedrijven bezocht ….

In 1992 besloot de gemeenteraad van Wijhe de kermis te privatiseren, carnavalsvereniging “De Diekschoevers” had hiervoor een aparte stichting in het leven geroepen. Omdat de organisatie van het feest een breder draagvlak moest hebben, is in 1994 de Stichting Kulturele Evenementen Wijhe (SKEW) opgericht en organiseert vanaf dat moment de activiteiten onder de naam “Wiejese Diekdaegen”.